De zoektocht naar groter en sterker
10 jaar na de eerste Rollmops kwam de Knikmops 90 op de markt. Gebroeders Geens maakte hun eerste kniklader met dezelfde basiswaarden als de Rollmops, robuust, sterk, maar bovenal licht. De hefkracht ten op zichte van het eigen gewicht moest zo hoog mogelijk zijn. Al snel werd de Knikmops net als de Rollmops een bekend gezicht bij wegenwerken. Maar ook andere sectoren toonden hun interesse. Zo kreeg de Knikmops in 2002 een grote broer, de Knikmops 130. Net dat meer kracht, maar nog steeds erg licht en gemakkelijk te transporteren. De Knikmops 130 is het meest verkochte Knikmops model vandaag de dag.
Zes jaar later, in 2008 werd er een grotere en zwaardere optie ontworpen, de Knikmops 250. Deze kniklader van 2.5 ton bleek zijn grootste fans te hebben in de landbouw, waar de machine niet teveel getransporteerd moest worden, maar waar de hefkracht het belangrijkst werd.
In 2010 kreeg de Knikmops zijn grootste familie-uitbreiding. De allerkleinste, de Knikmops 80 werd ontwikkeld voor de tuinbouwsector, meer bepaald gespecialiseerde tuinonderhoud voor kleine stadstuinen. Deze lichte, maar vooral smalle machine kan op zijn smalste banden door de deur rijden en dus op de meest onbereikbare plaatsen een team gaan ondersteunen. Ook een Knikmops 100 als evolutie op de vaste waarde Knikmops 90. Voor de tuinaanleggers van de iets grotere tuinen werd de Knikmops 180 uitgewerkt, deze machine weegt net geen 2 ton en kan nog perfect op een aanhangwagen van tuin naar tuin gereden worden. Uiteindelijk bleek deze ook de ideale oplossing voor kleine afbraakwerken en de woningbouw.
In 2013 werd de telescopische arm door Gebroeders Geens onder de loep genomen. Deze optie werd geheel herzien en herwerkt, waardoor ook deze een succes werd. Vanaf de Knikmops 100 kan elke Knikmops weer net dat beetje hoger reiken dankzij de telescopische arm. In de jaren daarop kregen alle modellen een moderner en praktischer uitzicht en gebeurden er veel moderniseringen aan de binnenkant van de machine.